Jitze Grijpstra Jitze ging op 18-jarige leeftijd in of omstreeks 1938 als melkknecht of boerenknecht naar Duitsland naar de broer van zijn vader en was daar in 1940 toen Duitsland Nederland binnen viel Jitze nam dienst bij de waffen ss op of omstreeks dec 1940 en diende tot 25 oct.1944. Hij werd na de 2e wereldoorlog beschuldigd als Nederlander tijdens de vijandelijke bezetting van het rijk in europa dienst te hebben genomen bij de waffen ss als onderdeel van de duitse weermacht en daarmede zich gedragen in strijd met de belangen van het Nederlands volk en afbreuk gedaan aan het verzet tegen de vijand. Hij werd door het kantongerecht te Groningen op 8 mrt 1949 veroordeeld tot 4 jaar internering en werd geacht zijn Nederlanderschap te hebben verloren. De veroordeling vond plaats bij verstek;Jitze Grijpstra bevond zich in Duitsland. Hij keerde niet terug naar Nederland aangezien hem internering te wachten stond,bovendien was hij in Duitsland werkzaam en woonde daar met zijn gezin. Op 9 mrt 1955 werd door de minister van justitie bepaald,dat de internering niet ten uitvoer zou worden gelegd. Voor gegevens uit het archief van het ministerie van justitie,afdeling bijzondere rechtspleging zie bijlage 5. Interneren De zaak tegen Jitze Grijpstra*Tolbert 28 jan.1920 Onderstaande gegevens werden verkregen uit het archief van het ministerie van justitie afdeling bijzondere rechtspleging,waar dossier over deze zaak ter inzage werd gegeven. De gegevens mogen niet worden gepubliceerd. In het kantongerecht te Groningen,1e kamer,werd bij zitting van 8 mrt 1949 de zaak tegen Jitze Grijpstra,wonende te Leek A-97, thans onbekend behandeld. Jitze Grijpstra werd beschuldigd van: “dat beschuldigde op 10 mei 1940 Nederlander zijnde,geboren voor 20 september 1926, tijdens de vijandelijke bezetting van het rijk in europa: in of omstreeks het jaar 1941 in dienst is getreden van de waffen SS, zijnde een onderdeel van de Duitse weermacht en hierbij als militair gedurende ongeveer de gehele tijd van de vijandelijke bezetting heeft dienst gedaan, tijdens welke dienst hij werd bevorderd tot SS-Rottenfuhrer en SS-Scharfuhrer ; op grond van welke feiten de beschuldigde moet worden geacht zich bewust te hebben gedragen in strijd met de belangen van het Nederlandse volk en derhalve afbreuk te hebben gedaan aan het verzet tegen de vijand en diens handlangers.” Tijdens de zitting verklaarde zijn moeder,Fritsina Bosklopper,als bijzondere vertegenwoordigster: “De ten laste gelegde feiten zijn wel juist.Ik was hierop tegen.Hij zit thans in de omgeving van Keulen en zal daar blijven.Hij was daar in 1938 ook als melkknecht. Mijn zoon is getrouwd en heeft een kind en zal daar wel blijven.Zodra hij 21 jaar was, is hij naar de SS gegaan.Dit was alleen om te strijden tegen het Bolsjewisme.” De uitspraak volgde op 22 mrt.1949;bij deze uitspraak werd aan beschuldigde opgelegd: “Internering,beperkt tot de tijd van 4 jaren,te rekenen vanaf de dag van aanhouding van de beschuldigde; verstaan, dat de beschuldigde op grond van het feit, dat hij in vreemde krijgsdienst is getreden, uiteraard zonder verlof des konings, krachtens artikel 7 sub 4o der wet op het Nederlanderschap en ingezetenschap van 12 dec.1892(stbl 268) geacht moet worden zijn Nederlanderschap te hebben verloren.” Executie werd verleend op 30 mrt 1949 Een brief van de minister van justitie,2e afdeling,bureau bijzondere rechtspleging, nr BBR 551/138 van 9 mrt 1955 bericht: “namens de minister: Beveelt dat de internering, bij uitspraak van de kantonrechter,aangewezen ingevolge het bepaalde in artikel 17, vierde lid, van de wet overgang bijzondere rechtspleging, te Groningen van 22 mrt. 1949 opgelegd aan Jitze Grijpstra, geboren 28 mrt. 1920 te Tolbert van beroep melker, wonende te zonder bekende verblijfsplaats NIET TEN UITVOER ZAL WORDEN GELEGD. Afschrift aan de off. Van justitie bij de arr. Rechtbank Groningen ter uitvoering en aan betrokkene ter kennisname d.t.v. de off. Van justitie. Enkele opmerkingen naar aanleiding van bovenstaande en de overige zich in het dossier bevindende stukken: -uit een stuk van de PRA (Politieke Recherche Afdeling) bleek, dat Jitze Grijpstra behoorde tot de Duitse waffen SS, dus niet to het legioen Nederland of de Standarte Nord-West. -zowel op de militaire stafstamkaart als op zijn Duitse soldijstaat staat als indiensttreding 29 dec. 1940, als de laatste dag van zijn diensttijd 25 oct. 1944. in tegenstelling tot wat zijn moeder verklaarde, was Jitze Grijpstra al op 20 jarige leeftijd in dienst getreden. Zijn diensttijd eindigde voor het eind van de oorlog. -op een adreslijst van de NSB van 15 jan 1943 heeft Jitze als adres:Hochstr 260 Erp ub Lechench. -uit een brief van jacob Grijpstra (zijn vader) uit Leek huis A97 dd 15 oct 1944 aan zijn zoon Geert en zijn echtgenote Cornelia Tjoelker op dat moment woonden te nurnberg, Lembachstr 2011 Stock in Duitsland -Bij de stukken lag een procesverbaal van getuigenverhoor van Fritsina Bosklopper door de rijkspolitie van 17 feb 1947, waarin de wachtmeester van de rijkspolitie verklaarde, dat de vader van Jitze niet is gehoord, omdat “ Grijpstra zelf wat vreemd is en het met zijn hoofd te doen heeft”. -uit de getuigenverklaring van Fritsina Bosklopper bleek, dat Jitze reeds in 1938 naar Duitsland was gegaan om als boerenknecht bij een broer van haar man(dit moet Keimpe Grijpstra geweest zijn) te werken. Toen de Duitsers Nederland binnenvielen bevond Jitze zich in Duitsland. ""